Formulier formatieve tussenbeoordeling WPL6 / SO.G1 / LWS4

 

Klik om afbeelding te vergroten

Dit formulier geldt voor WPL6 / SO.G1 / LWS4.

   

De items/vragen gemarkeerd met een (*) zijn verplicht.
Klik op een rode " i " en krijg essentiële informatie.  

 

Algemene gegevens

 
Werkplekbegeleider (WPB) 
 
Instituutsopleider (IO) 
 
 
 
Zelfbeoordeling student
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
 
 
 
 
 
LET OP: onderstaande velden worden door de werkplekbegeleider ingevuld. 

Per bekwaamheid gelden de volgende beoordelingsindicatoren:

  1. De aanwezigheid van meerdere, gevarieerde bewijsstukken waarmee de ontwikkeling in alle bekwaamheidseisen wordt aangetoond.
  2. De verbinding tussen theorie en praktijkervaringen en het gebruik van meerdere relevante en actuele bronnen
  3. Het vermogen tot kritische zelfreflectie op het handelen als docent-in-opleiding
 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  

 
Samenvatting waardering werkplekbegeleider

 
Dank voor je feedback. Klik nu op verzenden. De volgende pagina wordt door de instituutsopleider ingevuld. 
LET OP: onderstaande velden worden door de instituutsopleider ingevuld. 
 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  

 
 

Samenvatting waardering instituutsopleider

 
* = Invoer verplicht
Dit formulier is gemaakt met www.formdesk.nl
 
Het formulier kan niet worden geopend. Met dit formulier dienen bestanden te worden verzonden. Dit is op het systeem waar u mee werkt (Safari op iOS) helaas niet mogelijk.
Dit formulier gebruikt Ajax. Dit is een techniek die uw browser niet ondersteunt. U kunt het formulier helaas dan ook niet invullen.
Naar dit e-mailadres wordt een verificatieverzoek gestuurd.
Alleen als je deze verificatiestap uitvoert, start het WPL-begeleidingsproces.
Begeleider van de stageschool
Begeleider van Windesheim
Kijk in Brightspace voor de eisen aan een WPL-dossier.

Taakgebied A: Vakexpertise ontwikkelen

Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat je de inhoud van je onderwijs beheerst. Je staat boven de leerstof en kan vanuit vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap en kan bijdragen aan de algemene vorming van de leerlingen. Je houdt je vakkennis en -kunde actueel.

 

Taakgebied B: Leerprocessen activeren en ondersteunen in de klas

Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten

 

 

Taakgebied C: Onderwijsprogramma’s ontwikkelen en verbeteren in de school

Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten. Je draagt, in samenwerking met anderen, bij aan het ontwerp en de verbetering van onderwijsprogramma’s.

 

 

Taakgebied D: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen begeleiden

Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.

 

 

Taakgebied E: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen ondersteunen

Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. Je draagt bij aan de zorgstructuur op je school en stemt jouw (pedagogisch) handelen daarop af. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.

 

Taakgebied F: Professionele beroepshouding ontwikkelen

Onder de brede basis wordt verstaan dat je een professionele beroepshouding laat zien, waarin je bijvoorbeeld goed communiceert, je aan afspraken houdt, op tijd komt, enzovoort. Om het beroep goed te kunnen uitvoeren beschik je over een professionele identiteit en een reflectieve en adaptieve houding. Je hebt een onderzoekende, ontwikkelings- en mensgerichte houding. Je bent naast je eigen ontwikkeling bezig met het ontwikkelen en stimuleren van je omgeving. Je creëert nieuwe kansen voor je leerlingen, collega’s en jezelf. Je kunt organiseren, plannen en samenwerken en je bent communicatief vaardig. Onder een adaptieve houding verstaan wij het vermogen om zich blijvend te kunnen ontwikkelen in zijn werk, samen met en van zijn collega’s te kunnen leren, bij de tijd te blijven en zich aan te passen aan de beroepscontext.

Taakgebied A: Vakexpertise ontwikkelen

Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat je de inhoud van je onderwijs beheerst. Je staat boven de leerstof en kan vanuit vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap en kan bijdragen aan de algemene vorming van de leerlingen. Je houdt je vakkennis en -kunde actueel.

 

Taakgebied B: Leerprocessen activeren en ondersteunen in de klas

Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten

 

Taakgebied C: Onderwijsprogramma’s ontwikkelen en verbeteren in de school

Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten. Je draagt, in samenwerking met anderen, bij aan het ontwerp en de verbetering van onderwijsprogramma’s.

 

 

 

Taakgebied D: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen begeleiden

Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.

 

Taakgebied E: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen ondersteunen

Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. Je draagt bij aan de zorgstructuur op je school en stemt jouw (pedagogisch) handelen daarop af. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.

Taakgebied F: Professionele beroepshouding ontwikkelen

Onder de brede basis wordt verstaan dat je een professionele beroepshouding laat zien, waarin je bijvoorbeeld goed communiceert, je aan afspraken houdt, op tijd komt, enzovoort. Om het beroep goed te kunnen uitvoeren beschik je over een professionele identiteit en een reflectieve en adaptieve houding. Je hebt een onderzoekende, ontwikkelings- en mensgerichte houding. Je bent naast je eigen ontwikkeling bezig met het ontwikkelen en stimuleren van je omgeving. Je creëert nieuwe kansen voor je leerlingen, collega’s en jezelf. Je kunt organiseren, plannen en samenwerken en je bent communicatief vaardig. Onder een adaptieve houding verstaan wij het vermogen om zich blijvend te kunnen ontwikkelen in zijn werk, samen met en van zijn collega’s te kunnen leren, bij de tijd te blijven en zich aan te passen aan de beroepscontext.

Taakgebied A: Vakexpertise ontwikkelen

Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat je de inhoud van je onderwijs beheerst. Je staat boven de leerstof en kan vanuit vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap en kan bijdragen aan de algemene vorming van de leerlingen. Je houdt je vakkennis en -kunde actueel.

 

Taakgebied B: Leerprocessen activeren en ondersteunen in de klas

Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten

 

Taakgebied C: Onderwijsprogramma’s ontwikkelen en verbeteren in de school

Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten. Je draagt, in samenwerking met anderen, bij aan het ontwerp en de verbetering van onderwijsprogramma’s.

 

Taakgebied D: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen begeleiden

Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.

 

Taakgebied E: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen ondersteunen

Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. Je draagt bij aan de zorgstructuur op je school en stemt jouw (pedagogisch) handelen daarop af. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.

Taakgebied F: Professionele beroepshouding ontwikkelen

Onder de brede basis wordt verstaan dat je een professionele beroepshouding laat zien, waarin je bijvoorbeeld goed communiceert, je aan afspraken houdt, op tijd komt, enzovoort. Om het beroep goed te kunnen uitvoeren beschik je over een professionele identiteit en een reflectieve en adaptieve houding. Je hebt een onderzoekende, ontwikkelings- en mensgerichte houding. Je bent naast je eigen ontwikkeling bezig met het ontwikkelen en stimuleren van je omgeving. Je creëert nieuwe kansen voor je leerlingen, collega’s en jezelf. Je kunt organiseren, plannen en samenwerken en je bent communicatief vaardig. Onder een adaptieve houding verstaan wij het vermogen om zich blijvend te kunnen ontwikkelen in zijn werk, samen met en van zijn collega’s te kunnen leren, bij de tijd te blijven en zich aan te passen aan de beroepscontext.

De student rond de stage met minimaal een voldoende af als aan onderstaande beoordelingscriteria voldaan is.

 

Beoordelingscriteria voor de onderbouwing in het dossier zijn:

  1. De aanwezigheid van meerdere, gevarieerde bewijsstukken waarmee de ontwikkeling in alle bekwaamheidseisen wordt aangetoond en waaruit ook de samenhang tussen de verschillende taakgebieden blijkt
  2. De verbinding tussen theorie (aangeboden in de andere leerlijnen) en praktijkervaringen en het gebruik van meerdere relevante en actuele bronnen
  3. Het vermogen tot kritische zelfreflectie op het handelen als docent-in-opleiding

 

De beoordelingscriteria voor het handelen in de praktijk zijn:

  1. Het structureel werken aan de eigen ontwikkeling op alle taakgebieden
  2. Het structureel reflecteren op de eigen ontwikkeling op alle taakgebieden