|
|
Taakgebied A: Vakexpertise ontwikkelen
Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat je de inhoud van je onderwijs beheerst. Je staat boven de leerstof en kan vanuit vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap en kan bijdragen aan de algemene vorming van de leerlingen. Je houdt je vakkennis en -kunde actueel.
Taakgebied B: Leerprocessen activeren en ondersteunen in de klas
Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten
Taakgebied C: Onderwijsprogramma’s ontwikkelen en verbeteren in de school
Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten. Je draagt, in samenwerking met anderen, bij aan het ontwerp en de verbetering van onderwijsprogramma’s.
Taakgebied D: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen begeleiden
Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.
Taakgebied E: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen ondersteunen
Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. Je draagt bij aan de zorgstructuur op je school en stemt jouw (pedagogisch) handelen daarop af. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.
Taakgebied F: Professionele beroepshouding ontwikkelen
Onder de brede basis wordt verstaan dat je een professionele beroepshouding laat zien, waarin je bijvoorbeeld goed communiceert, je aan afspraken houdt, op tijd komt, enzovoort. Om het beroep goed te kunnen uitvoeren beschik je over een professionele identiteit en een reflectieve en adaptieve houding. Je hebt een onderzoekende, ontwikkelings- en mensgerichte houding. Je bent naast je eigen ontwikkeling bezig met het ontwikkelen en stimuleren van je omgeving. Je creëert nieuwe kansen voor je leerlingen, collega’s en jezelf. Je kunt organiseren, plannen en samenwerken en je bent communicatief vaardig. Onder een adaptieve houding verstaan wij het vermogen om zich blijvend te kunnen ontwikkelen in zijn werk, samen met en van zijn collega’s te kunnen leren, bij de tijd te blijven en zich aan te passen aan de beroepscontext.
Taakgebied A: Vakexpertise ontwikkelen
Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat je de inhoud van je onderwijs beheerst. Je staat boven de leerstof en kan vanuit vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap en kan bijdragen aan de algemene vorming van de leerlingen. Je houdt je vakkennis en -kunde actueel.
Taakgebied B: Leerprocessen activeren en ondersteunen in de klas
Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten
Taakgebied C: Onderwijsprogramma’s ontwikkelen en verbeteren in de school
Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten. Je draagt, in samenwerking met anderen, bij aan het ontwerp en de verbetering van onderwijsprogramma’s.
Taakgebied D: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen begeleiden
Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.
Taakgebied E: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen ondersteunen
Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. Je draagt bij aan de zorgstructuur op je school en stemt jouw (pedagogisch) handelen daarop af. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.
Taakgebied F: Professionele beroepshouding ontwikkelen
Onder de brede basis wordt verstaan dat je een professionele beroepshouding laat zien, waarin je bijvoorbeeld goed communiceert, je aan afspraken houdt, op tijd komt, enzovoort. Om het beroep goed te kunnen uitvoeren beschik je over een professionele identiteit en een reflectieve en adaptieve houding. Je hebt een onderzoekende, ontwikkelings- en mensgerichte houding. Je bent naast je eigen ontwikkeling bezig met het ontwikkelen en stimuleren van je omgeving. Je creëert nieuwe kansen voor je leerlingen, collega’s en jezelf. Je kunt organiseren, plannen en samenwerken en je bent communicatief vaardig. Onder een adaptieve houding verstaan wij het vermogen om zich blijvend te kunnen ontwikkelen in zijn werk, samen met en van zijn collega’s te kunnen leren, bij de tijd te blijven en zich aan te passen aan de beroepscontext.
Taakgebied A: Vakexpertise ontwikkelen
Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat je de inhoud van je onderwijs beheerst. Je staat boven de leerstof en kan vanuit vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap en kan bijdragen aan de algemene vorming van de leerlingen. Je houdt je vakkennis en -kunde actueel.
Taakgebied B: Leerprocessen activeren en ondersteunen in de klas
Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten
Taakgebied C: Onderwijsprogramma’s ontwikkelen en verbeteren in de school
Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat je de vakinhoud zo kunt samenstellen, kiezen en/of bewerken dat jouw leerlingen (of studenten) die kunnen leren met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Dit gebeurt in afstemming met collega’s en passend bij het onderwijskundige beleid van je school. Je weet de vakinhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten. Je draagt, in samenwerking met anderen, bij aan het ontwerp en de verbetering van onderwijsprogramma’s.
Taakgebied D: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen begeleiden
Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.
Taakgebied E: Persoonlijke en sociale ontwikkelingsprocessen ondersteunen
Pedagogische bekwaamheid wil zeggen dat je een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kunt realiseren. Je volgt de ontwikkeling van je leerlingen in hun leren en gedrag en stemt daarop je handelen af. Je draagt samen met collega’s en anderen bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Dit impliceert ook een bijdrage aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene. Je draagt bij aan de zorgstructuur op je school en stemt jouw (pedagogisch) handelen daarop af. In de context van het beroepsgerichte onderwijs gaat het hier ook om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit.
Taakgebied F: Professionele beroepshouding ontwikkelen
Onder de brede basis wordt verstaan dat je een professionele beroepshouding laat zien, waarin je bijvoorbeeld goed communiceert, je aan afspraken houdt, op tijd komt, enzovoort. Om het beroep goed te kunnen uitvoeren beschik je over een professionele identiteit en een reflectieve en adaptieve houding. Je hebt een onderzoekende, ontwikkelings- en mensgerichte houding. Je bent naast je eigen ontwikkeling bezig met het ontwikkelen en stimuleren van je omgeving. Je creëert nieuwe kansen voor je leerlingen, collega’s en jezelf. Je kunt organiseren, plannen en samenwerken en je bent communicatief vaardig. Onder een adaptieve houding verstaan wij het vermogen om zich blijvend te kunnen ontwikkelen in zijn werk, samen met en van zijn collega’s te kunnen leren, bij de tijd te blijven en zich aan te passen aan de beroepscontext.
De student rond de stage met minimaal een voldoende af als aan onderstaande beoordelingscriteria voldaan is.
Beoordelingscriteria voor de onderbouwing in het dossier zijn:
De beoordelingscriteria voor het handelen in de praktijk zijn: